achtergrondstraling, v., zwakke en gelijkmatige radioruis uit alle mogelijke richtingen uit het heelal komend.
In 1965 werd ontdekt dat op zeer korte golflengten voortdurend een algemene achtergrondstraling wordt uitgezonden, gelijk verdeeld overal tussen de sterrenstelsels. De gemeten straling over een aantal golflengten komt overeen met een straling van een zwart lichaam (zie warmtestraling) met een temperatuur van ca. 3 K (—270 °C). Al lang geleden was door Gamow en Dicke voorspeld dat als een oerknal heeft plaatsgevonden (8-12 mrd. jaar geleden) die de uitdijing van het heelal inzette, men nu nog een deel van de straling zou moeten kunnen waarnemen, die tijdens deze explosie werd uitgezonden.