achterbaks:
I. bw., achter de rug; in iemands afwezigheid, buiten zijn weten, buiten hem om; iets houden, het verborgen houden, terughouden;
II. bn., 1. achter iemands rug, buiten zijn weten gedaan wordende: achterbakse briefwisseling; 2. geneigd achterbaks te doen: een achterbakse jongen.