Achmatova, Anna, pseud. van Anna Andrejevna Gorenko, Russisch dichteres, *11 (23).6.1889 Kiev, +5.3.1966 Moskou; enige jaren gehuwd met Goemiljóv. Achmatova behoorde tot de Akmeïsten, kon zich in de USSR door de bolsjevistische kunstreglementatie nauwelijks uiten en stond in 1947, na een korte periode (1940-46) van grotere vrijheid bloot aan een felle aanval van Zjdanov. Gedurende de laatste jaren van haar leven en na haar dood is weer werk van haar in de USSR verschenen.
Vooral haar lyriek uit de jaren 1911—21 is van belang. Werken: Avond (1912), De rozenkrans (1914), De witte zwerm (1917), Weegbree (1921). Uitgaven: R.McKane, Anna Akhmátova, Selected poems (1969); S.Kunitz en M.Hayward, Poems of Akhmátova (1973); J.van der Eng-Liedmeier en K. Verheul, Tale without a hero and twenty-two poems by Anna Akhmátova (1973).
LITT. K.Verheul, The theme of time in the poetry of Anna Akhmatova (1971).