Achilleus, één der voornaamste helden uit de Griekse sage, afkomstig uit Fthia in Thessalië. Hij is in de Ilias zoon van de nymf Thetis, dochter van Nereus, en van de sterfelijke Peleus, vorst der ‘Myrmidonen.
Hij werd door Thetis na zijn geboorte in de Styx gedompeld, om hem onkwetsbaar te maken, waarbij zij hem aan zijn hiel vasthield, die daardoor kwetsbaar bleef (achilleshiel); opgevoed door de centaur Chiron; om zijn vroegtijdige dood in de Trojaanse oorlog te verhoeden, zond Thetis hem als meisje vermomd naar het eiland Skyros, doch Odysseus ontdekte hem door een list. Hij nam met zijn vriend Patroklos met 50 schepen deel aan de strijd om Troje, en verrichtte vele heldendaden, tot volgens de Ilias Agamemnoon hem beledigde door hem zijn lievelingsslavin Briseïs te ontnemen, en hij zich uit de strijd terugtrok. Toen Patroklos, strijdend in Achilleus’ wapenrusting, door Hektor was gedood, zwoer Achilleus wraak; nadat Hefaistos op verzoek van Thetis een nieuwe bewapening had gesmeed, begaf Achilleus zich weer in de strijd en doodde Hektor, wiens lijk hij later aan Priamos af stond op diens bede. Achilleus werd later zelf door Paris door een pijl in zijn hiel gedood. De strijd om zijn wapenrusting leidde tot de zelfmoord van Aias. Aias’ zoon was Neoptolemos, ook Pyrrhos geheten. Achilleus werd door Homeros de Griekse nationale held, voorbeeld voor de jeugd, ridderlijk, hoewel snel vertoornd. Werd op vele plaatsen vereerd, vooral in Noord-Griekenland, later ook aan de Zwarte Zee en in Zuid-Italië.
Zijn graf, het zgn. Achilleion, werd getoond bij de Hellespont en werd o.a. bezocht door Alexander de Grote, Caesar, Germanicus en Caracalla. Penthesileia, Polyxeina, Telefos, Troilos. Ikonografie. In de Griekse archaïsche periode (7e en 6e eeuw v.C.) werd Achilleus steeds voorgesteld als een gewapende, grimmig uitziende man met baard (b.v. op de vazen van Exekias); in de klassieke periode kreeg hij steeds meer het uiterlijk van een jonge Griekse krijger. In de tijd van het hellenisme worden elementen van de Alexander-ikonografie overgenomen, de brandende blik, loshangend krullend haar, onstuimige gebaren. Scènes uit de Trojaanse oorlog, waarin Achilleus voorkomt met Troilos, Kyknos, Briseïs, Penthesileia en Aias, werden vaak uitgebeeld.
LITT. A.de Vita, II mito di Achille (1932); A.Rivier, La vie d’Achille illustrée par les vases grecs (1936); H.Pestalozzi, Die Achilleis als Quelle der Ilias (1945).