Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

accountant

betekenis & definitie

accountant - accoun'tant [Eng.; spreek uit: akaun'tant], m., (-s), een deskundige op het gebied van administratieve en economische controle en organisatie.

Zijn specifieke functie is die van onafhankelijk controleur van financiële verantwoordingen omtrent het beheer van een huishouding. De accountant vormt zich door onderzoek van de administratie een oordeel omtrent de juistheid en volledigheid van de verantwoording en legt dit neer in een verklaring. De opdrachtgever kan dit certificaat van een onafhankelijke deskundige door publikatie ter kennis van alle belanghebbenden (zoals tegenwoordige en toekomstige aandeel-, obligatie- en polishouders, banken, leveranciers, de overheid) brengen. Langs deze weg is de accountant vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer. Deze functie kan slechts worden uitgeoefend door een openbare (zelfstandig gevestigde) accountant.

De verklaring van een interne (in dienstverhouding tot de betrokken huishouding staande) accountant is daarentegen uitsluitend voor zijn werkgever bestemd. Tot beider werkzaamheden behoren verder het verrichten van bijzondere onderzoeken (b.v. in verband met fraude, faillissement, overdracht, kredietverlening) en het geven van advies en bijstand bij problemen op administratief, organisatorisch, bedrijfseconomisch en vaak ook fiscaal gebied. Een derde categorie vormen de overheids-accountants, die o.a. bij de belastingdienst werkzaam zijn. Organisatie van het beroep. De bakermat van het beroep in zijn moderne vorm is het Groot-Brittannië van de 19e eeuw. De eerste beroepsorganisatie werd in 1854 in Schotland opgericht. De toenemende maatschappelijke betekenis heeft in vele landen tot invoering van een wettelijke regeling geleid.

In Nederland was tot 1967 de beroepsuitoefening vrij en de titel onbeschermd. De beroepsgenoten hadden zich verenigd in een vijftiental organisaties waarvan de meest vooraanstaande waren het Nederlands Instituut van Accountants (NIVA: opgericht 1895 door Limperg) en de Vereniging van Academisch Gevormde Accountants (1927). Vooral het NIVA heeft baanbrekend werk verricht voor de theoretische fundering van het beroep, de opleiding, de opstelling van beroepsnormen en ereregelen, de tuchtrechtspraak en het leggen van internationale contacten. Het beroep wordt thans geregeld door de Wet op de Registeraccountants en de verordeningen van de bij deze wet ingestelde publiekrechtelijke beroepsorganisatie (‘orde’, Nederlands Instituut van Registeraccountants, NIVRA).

Alleen leden van de orde mogen de titel register-accountant voeren en schriftelijke verklaringen (zie boven) afgeven. De voornaamste beroepsorganisaties der Westeuropese landen zijn aangesloten bij de Union des Experts-Comptables. Er bestaan plannen tot harmonisatie van de nationale regelingen in de lidstaten van de E G. In ruimer verband werkt het NIVRA met de collega’s van tien landen samen in het Coordination Committee for the Accounting Profession (1972) en het International Accountants Standards Committee (1973). [drs. H.Cohen].

LITT. Bedrijfseconomie (Verz. werk van Limperg, VI A, 1965); A.L.de Bruyne, Regelen betreffende het accountantsberoep (1965); A.Mey, Bedrijfseconomische encyclopedie iv (1970); A.J.Bindenga, Het vrije beroep van accountant (1973).

In België is, na een poging tot bundeling van de accountants in de Tweede Wereldoorlog, in 1953 (wet 22.7) het Instituut van Bedrijfsrevisoren opgericht. Tot een algehele wettelijke regeling is het evenwel nog niet gekomen. Het beroep is ook hier geheel vrij. Diverse beroepsverenigingen beschermen de accountancy; de oudste is de Société Royale Chambre Belge des Comptables. Van jongere datum zijn de Vlaamse Accountantsvereniging (VAV) van 1936 en het Nationaal College der Accountants van België van 1951. De laatste is een vereniging zonder winstoogmerk waarvan nagenoeg alle accountants lid zijn.

De organisatie heeft een tuchtorgaan met kamers te Brussel, Gent en Luik. Specifieke accountantopleiding wordt verstrekt o.m. aan de Rijksuniversiteit te Gent; duur 1 jaar na het behalen van het diploma van licentiaat in de economische wetenschappen; verder in de hogere afdelingen van de handelsscholen en door enkele beroepsverenigingen.

< >