Academische Raad, Ned. openbaar lichaam, opgericht in 1961; is bedoeld als een orgaan voor de gemeenschappelijke belangen van universiteiten en hogescholen.
In de Academische Raad hebben zitting vertegenwoordigers van universiteiten en hogescholen en een tiental door de kroon benoemde leden. Hij adviseert de ministers van Onderwijs en Wetenschappen en van Landbouw o.a. betreffende ontwikkelingsplannen en academisch statuut. Elke vier jaar moet elke universiteit en hogeschool een ontwikkelingsplan opstellen. Deze worden door de Academische Raad in onderling verband beschouwd, waarna een advies volgt.
In België wordt die functie waargenomen door de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid. De benaming Academische Raad duidt hier het hoogste orgaan van intern bestuur van een universiteit aan, samengesteld uit de rector, de decanen der faculteiten enz.