Aboe Dhabi, het meest westelijk gelegen sjeikdom van de zeven die tot de Verenigde Arabische Emiraten (de voormalige Verdragsstaten) behoren, aan de Perzische Golf, 67350 km2 (geschat), ca. 100000 inw. Voorlopige hoofdstad: Aboe Dhabi (22000 inw.).
Aboe Dhabi bezit rijke olievelden. Met de olie-export werd in 1962 begonnen. Door de olie-inkomsten, geschat op 4-5 mrd. dollar in 1974, behoort het inkomen per hoofd per jaar tot de hoogsten ter wereld.
Per 1 jan. 1973 bedroeg de aardoliereserve 2769 milj. ton, de aardgasreserve 340 mrd. m3. Bekende aardolievelden op het vasteland zijn Boe Hasa en Moerban, offshore-velden: Oemm Sjaif, Zakoem, Moebarras. Het eiland Das is terminal en tankerhaven. Tot eind 1972 was de produktie geheel in handen van twee westelijke maatschappijen; maar sinds 1973 zijn ook Japanse maatschappijen er werkzaam. De nationale Abu Dhabi National Petroleum Cy speelt nog een beperkte rol. Opvallend is de Japanse belangstelling ook door de bouw van o.a. een aluminiumsmeltbedrijf en een sodafabriek, verder een contract voor de levering van 3 mln. ton vloeibaar aardgas, constructie van gastankers en een vloeibaarmakingsinstallatie op Das. In onderhandelingen met oliemaatschappijen volgt de regering van Aboe Dhabi het voorbeeld van Koeweit en streeft op korte termijn naar een 60% deelname in deze maatschappijen.
