Abjat(h)ar [vader (God) heeft of geeft overvloed], figuur in het OT, zoon van Achimelech, priester in de tijd van Saul, David en Salomo; hij vluchtte na de moord op de priesterschap te Nob door Saul naar David en diende hem als priester (1 Sam. 22,23 en 30). Hij koos de partij van Adonia tegenover Salomo en werd door de laatste verbannen naar Anatot (1 Kon.1 en 2). Met de priester Zadok bracht hij de ark naar Jeruzalem (1 Kron.15).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk