Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

Abies

betekenis & definitie

Abies, plantengeslacht der Pinaceae, dat uit ca. 40 boomsoorten bestaat, in bergbossen van het noordelijk halfrond. Kenmerkend zijn de opgerichte, bij rijpheid uiteenvallende kegels en schijfvormige littekens op het takje na val van de witgestreepte naalden.

Abies alba, Europese zilverspar (beter niet ‘den’), in Zuid- en Midden-Europa (vioolbouw), woudreuzen, bij ons cultuurboom. In het zuidoosten der VS woudvormend A. concolor, white fir, en A. magnifica, red fir, en in Zuid-Japan A. firma. Bij ons aangeplant b.v. A. nordmanniana, Nordmannspar (Zuid-Rusland, Klein-Azië), A. pinsapo Spaanse zilverspar (Spanje) en A. procera, edelspar (West-VS), A. balsamae, balsemspar (Canada) levert canadabalsem.

< >