Aat (Ath) - Aat, (Ath), Belg. gemeente in de prov. Henegouwen, hoofdplaats van het arr. Aat, aan de Dender in de Henegouwse leemstreek, 15,33 km2, 11230 inw.; stagnerend bevolkingsaantal.
School- en verzorgingscentrum (70% van de werkbevolking is in de dienstverlening werkzaam), enige industrie (o.a. zeep, confectie), ook landbouw (de helft weiland) op leemgronden. 48% van de actieve woonbevolking is forens, o.a. naar Brussel wegens de ligging aan de spoorweg Brussel-Doornik. Aat ontstond bij een 12e-eeuwse burcht en bezat een bloeiende lakenindustrie in de middeleeuwen. De kastelenij van Aat omvatte in de middeleeuwen 115 dorpen.
Door de vrede van Aat (1357) kwamen Antwerpen en Mechelen bij Vlaanderen. Tour de Burbant van 12e-eeuwse vesting; St.-Julianuskerk met 15e-eeuwse toren; renaissance-stadhuis (17e eeuw); St.-Maartenskerk (16e eeuw). Ducasse (kermis) met reuzenommegang op de 4e zondag van aug.