aardval - aard'val, m. (-len), een grondverzakking, die optreedt doordat in de ondergrond materiaal wordt verwijderd.
Dit kan het geval zijn in gebieden, waar gips of steenzout door het grondwater wordt opgelost, ook wel, maar dan van veel geringere omvang, door oplossing van kalk uit het gesteente in de ondergrond (bij löss b.v.). Instortingsdolines, ontstaan door het instorten van het dak van een karstholte, moet men niet met een aardval verwarren, evenmin grondverzakkingen ten gevolge van mijnbouw. Echter kan door mijnbouw in de ondergrond drijfzand gaan optreden; de aldus veroorzaakte verzakkingen kan men wel als aardvallen beschouwen, evenals de dijkvallen. Ook door de volumevermindering van een aardoliehoudende laag ten gevolge van de ontginning treden verzakkingen op, die men als aardval kan beschouwen.