aan'drijftechniek, v. (-en), het geheel van regels en methoden waarop impuls-, kracht- of energieoverdracht plaatsvindt.
Voor het overbrengen van de benodigde energie van de bron naar de last of naar het werktuig maakt men gebruik van de overbrenging. Vaak worden overbrengingen dan ook abusievelijk aandrijvingen genoemd.
Energiebron + overbrenging = aandrijving. Energiebron en last stellen ieder hun eigen eisen. De aandrijving dient aan deze eisen optimaal te voldoen. Evenals de energiebron (vaak een afzonderlijk werktuig) te onderscheiden is naar de energiesoort, zoals mechanische, elektrische, hydraulische en pneumatische energie, zijn ook de overbrengingen te onderscheiden in mechanische (riem-, ketting-, snaar-, tandwiel-, worm- en wrijvingswieloverbrenging), elektrische, hydraulische en pneumatische overbrengingen. Afb.1 toont de analogie van enkele van deze aandrijvingen.
Na de Tweede Wereldoorlog is door de grote industriële expansie de massafabricage toegenomen. Door normalisatie en betere standaardisatie werd het mogelijk ook aandrijvingen en overbrengingen relatief goedkoop te fabriceren, b.v. tandwielkasten (afb.2) voor snelheidsreducties.
De wormoverbrenging waarbij een grote vertraging bereikt wordt, omdat een sneldraaiende aangedreven worm met weinig ‘tanden’ een wormwiel met veel tanden aandrijft, wordt meer en meer vervangen door motorvertragingskasten met planetaire vertanding, omdat deze laatste dezelfde functie verrichten met een beter rendement. Ook voor riemen en kettingoverbrengingen zijn door nieuwe materialen met hogere trekvastheden nieuwe mogelijkheden ontstaan. Hoewel jarenlang aan continu-verstelbare ofwel traploze aandrijving (zie variator) is gewerkt, zijn de constructieproblemen pas door nieuwe en betere materialen opgelost.
Er zijn nu vele typen variatoren. In principe bestaat de continu-verstelbare mechanische aandrijving uit twee konische rollen waarover één of meer snaren of riemen (al of niet getand) lopen. De aandrijvende rol zal door middel van de riem de andere tegengesteld gerichte — rol doen draaien met een omwentelingssnelheid die afhankelijk is van de plaats waar de riem op het kegelvlak loopt.
Naast deze mechanische variatoren hebben ook de vloeistofoverbrengingen (hydraulische overbrengingen) een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Ze kunnen onderscheiden worden in hydrokinetische overbrengingen, waarin gebruik gemaakt wordt van de snelheid van een vloeistof en van de massa van de draaiende delen, en in hydrostatische overbrengingen, die gebruik maken van de vloeistofdruk.
Bij pneumatische aandrijvingen wordt gebruik gemaakt van lucht- of gasdruk waarmee door middel van drukluchtmotoren mechanische energie kan worden verkregen. Bij elektrische aandrijftechniek gebruikt men verstelbare elektromotoren.
LiTT. G.Niemann, Maschinenelemente 2 (1965); J.Volmer, Getriebetechnik (1973).