aalmoezenier', m. (-s, -en).
1. (vroeger) katholiek geestelijke, aan een hooggeplaatst wereldlijk of kerkelijk persoon verbonden, o.a. belast met het uitdelen van liefdegaven ;
2. geestelijke die uitsluitend belast is met de zielzorg van een bepaalde klasse of groep van personen, thans m.n. van hen die dienst doen in de krijgsmacht;
3. geestelijke die in bedrijven of elders een sociale functie heeft .
De aalmoezenier was oorspronkelijk een rooms-katholiek geestelijke die de aalmoezenkas beheerde; bij de vorsten was hij veelal tevens biechtvader, dus hofgeestelijke (hofkapelaan). Aan het pauselijk huis is thans nog verbonden de Elemosiniere di Sua Santitá (aalmoezenier van Zijne Heiligheid), een titulair-aartsbisschop, die de leiding heeft van het bureau voor pauselijke giften. Daar de vorsten vroeger vaak te velde waren, ging de betekenis over op die van legergeestelijke.
In Nederland is de aalmoezenier een rooms-katholiek geestelijke, belast met de zielzorg onder de militairen. Hij verricht zijn werk uit naam van de rooms-katholieke kerk, onder verantwoordelijkheid van de hoofdaalmoezenier. Al naar gelang het krijgsmachtdeel waarbij hij werkzaam is, heet hij vloot-, leger- of luchtmachtaalmoezenier. De aalmoezenier wordt bij KB bij de krijgsmacht aangesteld en ontslagen. Hij draagt een militair uniform en de onderscheidingstekenen van de rang waarmee hij is gelijkgesteld. Die rang is voor de hoofdaalmoezenier kolonel (bij de Koninklijke Marine kapitein ter zee) en voor de aalmoezenier luitenant-kolonel, majoor of kapitein (bij de Koninklijke Marine kapitein-luitenant ter zee, luitenant ter zee le klasse of luitenant ter zee 2e klasse o.c.).
In België zijn er naast rooms-katholieke aalmoezeniers ook protestantse en israëlitische aalmoezeniers. Men onderscheidt de rangen van opperaalmoezenier (gelijkgesteld aan officier-generaal), hoofdaalmoezenier (opperofficiersrang) en aalmoezeniers van le en 2e klas (subalterne officiersrang). Als onderscheidingstekens worden balkjes i.p.v. sterren gebruikt.
Aalmoezeniers die een sociale functie vervullen treft men aan in bedrijven (bedrijfsaalmoezeniers), als geestelijken verbonden aan de vakbeweging (aalmoezeniers van de arbeid), aan de georganiseerde jeugdbeweging, aan de pers, of aangesteld ten behoeve van speciale categorieën van personen, zoals vreemdelingen, gevangenen, zeevarenden.