S.japónica X S.supérba Tot 1,5 m hoog wordende struik, die in Juli, en minder rijk in Augustus en September, bloeit met helder rosé bloemen in eindstandige, brede tuilen; gewonnen door ZABEL uit zaad van X S.supérba ZAB. (is S.albiflóra X S.corymbósa).
Jonge twijgen dun, rond, gestreept en fijn behaard, later donkerbruin; bladeren 4-8 cm lang, 3-4 cm breed, aan sterk groeiende twijgen tot 10 cm lang, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde lichtgroen, spaarzaam langs de nerven behaard, elliptisch of eivormig-elliptisch, top kort toegespitst, enkel of dubbel gezaagd-getand, aan de bladvoet gaaf.
Bloemen 7-8 mm diameter, lichtrose verbloeiend;
meeldraden talrijk, tweemaal zo lang als de kroonbladen; stijl meestal opstaand; bloemtuilen behaard.