is een kruising van braam en framboos en is bij ons als Loganbes (Loganberry)
beter bekend. Deze wordt voornamelijk voor de geurige en goed smakende vruchten aangeplant, die enigszins op die van de moerbei gelijken.
Twijgen behaard en zeer dicht fijn gestekeld, evenals de bladsteel;
bladeren meestal 3-tallig aan tot 5 cm lange bladsteel, blaadjes tot 7 cm lang, eivormig, met afgeronde of zwak hartvormige bladvoet, topblaadje met duidelijk hartvormige bladvoet en soms breedeivormig, rand ongelijk, soms dubbel gezaagd, aan beide zijden behaard.
Bloemen groot, wit, in iets overhangende trossen; vruchten met de bloembodem afvallend, purperrood.
Tot dit ondergeslacht behoren nog Rúbus macropétalus DOUGL. en Rúbus ursínus CHAM. et SCHLECHT., beide uit Californie afkomstig; voorzover mij bekend bij ons niet voorkomend. De verschillende grootvruchtige Amerikaanse bramen, die alleen voor de vruchten worden aangeplant en alleen bij warme zomers tot ontwikkeling komen, zijn van deze soorten afkomstig.
Deze komen onder verschillende fantasienamen voor als Dorchester, Mammoth, McDonald, Eldorado, Philadelphia enz..