X D.rósea var. grandiflóra X D. sieboldiána Synoniem: D.díscolor var. cárnea LEM..
Deze bastaard komt bij ons zelden voor, wel onderstaande tuinvormen. Het wordt een tot 1,5 m hoog wordende, vrij breed uitgroeiende struik, met eerst opgaand groeiende, later aan de top meer overhangende twijgen, welke in het tweede jaar afschilferen. Bladeren zeer kort gesteeld, tot 7 cm lang, top spits, bladvoet afgerond, rand scherp gezaagd, aan beide zijden met sterharen bezet; bloeit midden Juni met witte, aan de buitenzijde rose getinte bloemen in brede, opstaande pluimen; bloemen tot 2 cm in diameter; kelkbladen korter dan of even lang als, kelkbuis, bruin-rood; meeldraden ongeveer even lang als de stijlen.
X D.c.var.stelláta REHD., synoniem: D.díscolor var. stelláta LEM., heeft kleinere bladeren en bloemen, de eerste aan de bovenzijde glanzend groen, de bloemen met smallere kroonbladen, meer stervormig.
X D.c.var.láctea REHD., een dichte, meer opgaand groeiende struik vormend. Bloemen ruim 2 cm in diameter, zuiver wit, in tamelijk grote en brede, opstaande pluimen.