Gepubliceerd op 15-03-2019

X amelanchier grandiflóra REHD

betekenis & definitie

A.laévis X A.arbórea Floog opgroeiende struik of kleine boom met afstaande takken en twijgen, in groeiwijze op eerstgenoemde soort gelijkend. Bladeren breed-elliptisch of ovaal, in het voorjaar bruin-rood getint, de onderzijde zijdeachtig behaard, later kaal wordend, de bovenzijde glanzend groen, top kort toegespitst, bladvoet zwak hartvormig, zelden afgerond.

Bloeit April-Mei, gelijk met de bladontwikkeling met zuiver witte bloemen in behaarde overhangende trossen; bloemen tot 3,5 cm in diameter, met langwerpige, aan de top afgeronde kroonbladen; vruchten als bij A.laévis.

X A.g. var. rubéscens REHD., in groeiwijze ook zeer veel op A. laévis gelijkend; bladeren ook bruin-rood uitlopend als bij X A.grandiflóra; spoedig kaal wordend en in het najaar koperkleurig verkleurend. Bloemen in knop licht-rose, later wit en iets rose of vleeskleurig gestreept of gevlekt.

B. Bladeren in de knop gevouwen; stijlen 5, langer dan de kelkbuis, aan de basis tot op de helft of soms geheel vergroeid; top van het vruchtbeginsel behaard.

< >