Europa, W.-Azië; 6-12 m.
Gelijk reeds eerder vermeld, zijn van de echte Europese wijnstok de kultuurvormen door DE CANDOLLE bijeengebracht onder de subspecies satíva; de in het wild groeiende vormen worden als V. vinifera var.
sylvéstris WILLD., ook als V. sylvéstris GMEL. aangemerkt. Onder beide namen worden in de literatuur de verschillende vormen beschreven en het lijkt mij twijfelachtig met onvoldoende gegevens de stamvorm van Vítis vinífera nauwkeurig te kunnen vaststellen.
Daar ook deze bij ons niet volkomen winterhard is en voor beplanting van tuinen niet in aanmerking komt, kan met deze opmerkingen worden volstaan.
V. v. var. apiifólia LOUD., Synoniem: V. laciniósa L.. Dit is een zeer oude, bekende variëteit en als peterseliebladige wijnstok bekend; bladeren zeer diep tot bijna aan de bladvoet gelobd en franjeachtig ingesneden.