Gepubliceerd op 19-03-2019

Vibúrnum hénryi HEMSL

betekenis & definitie

M.-China; 3 m.

Winterharde, dicht vertakte, opgaand groeiende struik, met smalle elliptisch gevormde, glanzend groene bladeren, die in het najaar bruin-rood verkleuren en gedeeltelijk afvallen, in Juni-Juli bloeiend met zeer kleine witte bloemen in een breed-pyramidale bloeiwijze, terwijl de daaropvolgende kleine vruchten donkerrood zijn getint en uiteindelijk tot bijna zwart verkleuren; als halfgroenblijvende en ook als vruchtdragende struik zeer aan te bevelen.

Twijgen olijfgroen, glad, kaal; knoppen spits,bruin beschubd, behaard; bladstelen 1-2 cm lang, kaal;

bladeren 5-12 cm lang, lang-elliptisch, gewoonlijk naar beide zijden puntig toelopend, rand gezoomd, met wijd uiteenstaande op klieren gelijkende tanden, 6-8 paar naar de top toebuigende doch uiteindelijk in de rand verlopende nerven, bovenzijde glanzend donkergroen, kaal, onderzijde matglanzend lichtgroen. Bloemen met korte kroonbuis, iets opstaande kroonlobben, meeldraden even vóór de kroonlobben uitstekend met gele helmhokjes; vruchten ongeveer 5-7 mm lang, eivormig, eerst rood, uiteindelijk bijna zwart wordend.

< >