O.N.-Amerika; 1 m.
De grootvruchtige veenbes (cranberry) komt bij ons in het wild (verwilderd) voor op Terschelling, Vlieland en in de omgeving van Haarlem, op vochtige, moerasachtige gronden. Op beide eerstgenoemde plaatsen was van deze soort een vrij intensieve cultuur voor de uitvoer der vruchten naar Engeland. Bij ons is deze soort meestal lager dan hierboven is aangegeven en vormt zij een vrij brede, zomer- en wintergroene struik met ronde twijgen, elliptische bladeren, in Juni-Augustus bloeiend met tamelijk grote, lichtrode bloemen, terwijl de vruchten in October-November rijp zijn.
Bladeren 1-2 cm lang, elliptisch tot lang-elliptisch, rand gaaf, onderzijde grijs-groen getint. Bloemen lang gesteeld, met 2 schutbladen onder de kelk;
bloemkroon 4-tallig, diep gedeeld, met spoedig teruggeslagen kroonlobben; vrucht rood, rond, 1-2 cm in diameter.
