Z.-Europa, W.-Azië, N.-Afrika; 25-30 m.
Synoniem: Córmus doméstica SPACH, Pírus sórbus GAERTN..
De peervormige lijsterbes, in Duitsland algemeen als „Speierling” bekend, is een van de hoogste soorten, die, vrijstaande, in groeiwijze veel overeenstemming vertoont met Pírus; stam met ruw geschubde schors, kroon gewelfd met iets hangende zijtakken. Bij ons komt deze soort vrij zelden voor en dan gewoonlijk tussen andere houtgewassen, waardoor de vorm der kroon geheel afwijkt en de stam zich meer verlengt.
De op kleine peertjes gelijkende vruchten worden gebruikt voor de bereiding van jam, cider of most. Bij voorkeur verlangt deze soort een kalkrijke grond.
Twijgen eerst behaard, spoedig kaal; knoppen glanzend geelgroen, iets kleverig, aan de top behaard;
bladeren aan vruchttwijgen meestal met 5-7 paar blaadjes, aan looftwijgen soms tot 10 paar blaadjes;
blaadjes 3-8 cm lang, langwerpig-ovaal, topblaadje vaak elliptisch, blad voet gaaf, rand scherp-, soms dubbel gezaagd met toegespitste tanden, eerst aan beide zijden behaard, later bovenzijde kaal, donkergroen, onderzijde spaarzaam blijvend kortviltig behaard.
Bloeit in Mei in tot 12 cm brede, viltig behaarde tuilen; bloemen 12-18 mm in diameter, wit, 5 stijlen; vrucht 2-3 cm lang, peervormig, in September rijp wordend, geel-groen, aan zonzijde rood getint.
Bijgaande afbeelding van blad en vrucht, is afkomstig van een 120 jaar oude boom, ongeveer 30 m hoog met een stamomvang van 2,80 m, staande in het park te Aalbeek in Limburg.
