Japan; 1.25 m.
Synoniem: Bambúsa tesselláta MUNRO, Arundinária tesselIáta BEAN.
Breed uitgroeiend struikje, met dunne, eerst opgaand groeiende, later iets overhangende stengels; deze groen, glad, met dicht opeenstaande knoten en blijvende stengelscheden. Bladeren 35-60 cm lang, 6-10 cm breed, met 15-18 paar nerven, rand scherp gezaagd, top lang gepunt, bovenzijde glanzend blauw-groen, vooral bij de bladvoet behaard.
Is vorstgevoelig en meestal vriezen de stengels tot op de voet terug; indien flink met turfmolm gedekt, ontwikkelen zich in het voorjaar weer jonge stengels.