Mantsjoerije, Korea; 10-13 m.
Op onze kwekerijen komt deze wilg nog zeer zelden voor, wel de hier volgende variëteit. Jonge twijgen in het voorjaar rood-bruin, later sterk glanzend olijfgroen; bladsteel 3-5 mm lang, klierachtig; bladeren bovenzijde enigszins glanzend lichtgroen, onderzijde blauw-groen, 8-12 cm lang, smal lancetvormig, sterk klierachtig gezaagd; ♂ bloemen met 2 meeldraden; ♀ katjes 15 cm lang.
S. m. var. tortuósa DODE is een betrekkelijk kort geleden ingevoerde vorm met enigszins bochtig groeiende, opgaande twijgen; in het voorjaar zijn de toppen der jonge twijgen violet-rood getint.