Treurwilg China, Japan; 10-12 m.
Synoniem: S. péndula MÖNCH.
Deze soort gelijkt in groeiwijze en bladvorm zeer veel op de reeds eerder beschreven S. elegantíssima. Zij is dan ook waarschijnlijk hier zeer nauw mee verwant; bladsteel 4-6 mm, blijvend behaard; bladeren heldergroen, onderzijde grijs-groen of iets blauw-groen, lang-lancetvormig en scherp gezaagd, in het voorjaar behaard, later geheel kaal. Hij vormt een brede kroon met min of meer opgaande hoofdtakken en in bogen overhangende zijtakken.
S. b. var. críspa LOUD., Synoniem: S. b. var. annuláris FORB., ringbladige wilg, met typisch omgekrulde, ringvormige bladeren; kwam vroeger vrij algemeen op onze kwekerijen in struikvorm voor.