Gepubliceerd op 14-03-2019

Rúbus linkiánus SER

betekenis & definitie

Europa; 6-10 m.

Synoniem: R.fruticósus L. var. plénus WEST., R.hedycárpus f. linkiánus ZAB..

Deze soort wordt gewoonlijk als klimstruik gebezigd voor beplanting van muren en loofgangen of tegen oude bomen, doch verlangt een zonnige, beschutte standplaats. Dan vormt zij zeer spoedig een zeer hoge struik met stevige, donkergroene bladeren, die in het najaar zeer laat afvallen, terwijl in Juli-Augustus de mooie, halfgevulde bloemen komen in opstaande, veelbloemige trossen.

Twijgen onberijpt, sterk gegroefd, met tamelijk grote, haakvormige stekels; blaadjes meestal 5-tallig, bladsteel en middennerf spaarzaam met korte stekels bezet;

blaadjes elliptisch, bijna zittend, topblaadje langer gesteeld, meestal breder met afgeronde bladvoet, alle grof dubbel, soms ingesneden gezaagd, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde blijvend witviltig.

Bloemen wit, tot bijna 3 cm in diameter met ovale, aan de buitenzijde viltig behaarde kelkbladen; de afzonderlijke vruchtjes groot, vaak slechts enkele bijeen, glanzend zwart.

< >