W.-Azië; 3-4 m.
Synoniem: R.lútea Mnx., R.eglantéria MILL. non L..
Rósa foétida, de geelbloeiende roos, komt bij ons gewoonlijk onder eerstgenoemd synoniem voor en vormt een hoge, opgaand groeiende struik, die in de bloeitijd zeer de aandacht trekt door de talrijke, tamelijk grote, heldergele bloemen met goudgele meeldraden; hij is voor kleine groepen of alleenstaand zeer aan te bevelen, mits de struik voldoende ruimte heeft om zich vrijuit te kunnen ontwikkelen. De rood-bruine twijgen zijn bezet met grijze, rechte stekels, terwijl de 5-7-tallige bladeren dubbel gezaagd zijn, in afwijking van de hieronder volgende soort, waarmede deze nogal eens wordt verwisseld, die gebogen stekels heeft en enkel gezaagde bladeren. De donkergroene bladeren zijn voorzien van klierachtig gezaagde steunblaadjes, de blaadjes breed-ovaal, met kort afgeronde top en bladvoet, aan beide zijden bijna gelijk van kleur, onderzijde spaarzaam klierachtig behaard.
Bloeit in Juni met heldergele bloemen, meestal alleenstaand aan onbehaarde bloemstelen; bloemen 5-7 cm in diameter, die zeer zelden worden opgevolgd door bijna ronde, donkerrode bottels.
R.f. var. bícolor WILLM., synoniem: R. lútea var. bícolor SIMS, R.lútea var. pinícea ASCHERS. et GRAEBN., R.bícolor JACQ.. Een van de bekendste en meest gekweekte variëteiten, minder sterk groeiend dan de soort; bloembladen aan de buitenzijde geel, aan de binnenzijde oranje-rood gekleurd; deze variëteit wordt wel Capucijnerroos genoemd.
R.f. var. persiána REHD., synoniem: R.lútea „Persian Yellow” WILLOCK, heeft heldergele, gevulde bloemen.
R.f. „Parkfeuer” P. LAMBERT wordt een zeer hoog opgroeiende struik met roodbruine takken; bloemen enkel, vuurrood, spoedig verkleurend.
R.f. var. rústica BARBIER heeft gevulde, welriekende, lichtgele met zalmkleurig rosé genuanceerde bloemen.
X R.harisónii RIVERS (R.foétida X R. spinosíssima);
een tamelijk hoog opgroeiende struik met donkerbruine, fijn gestekelde en borstelige twijgen; bloeit in Juni met half gevulde, lichtgele bloemen welke door donkerrode bottels worden opgevolgd.
X R.vorbérgii GRAEBN. (R.foétida X R.spinosíssima);
een tot 1,5 m hoge struik, met borstelig gestekelde twijgen en kleine, 7-9-tallige bladeren met kleine, gave steunblaadjes. Blaadjes tot 2 cm lang, elliptisch, met enkel gezaagde rand. Bloeit einde Mei met crème-witte bloemen, tot 5 cm in diameter.
Tot Rósa foétida behoren nog de zogenaamde Pernettia-rozen, gewoonlijk Rósa lútea hybriden genoemd, oorspronkelijk kruisingen van deze met Rósa hemisphaérica en R.foétida var. bícolor. Door kruisingen van de hieruit ontstane hybriden met theehybriden is deze groep niet meer afzonderlijk te houden, zodat onze rozenkwekers deze in de lijst der theehybriden opnemen. Onder meer zou men als type hiervan onderstaande hybriden kunnen beschouwen, die over het algemeen breder uitgroeien, terwijl de kleur der bloemen gewoonlijk in gele of goudgele tinten valt.
„Angèle Pernet” PERNET-DUCHER (Benedicte Seguin X een Pernettianahybride); breed uitgroeiende, sterk vertakte struik met bronskleurig groene bladeren;
bloeit zeer rijk met halfgevulde, oranje-abrikooskleurig getinte bloemen; wordt in knop zeer mooi.
„Elvira Aramayo” LOOYMANS (Feu Joseph Looymans X (Leslie Holland X Rayon d’Or)); tamelijk grote, halfgevulde, koperrood met rose genuanceerde bloemen.
„Golden Emblem” Mc GRADY (Mme Melanie Soupert X Constance); bloemen zeer groot, goed gevuld en heldergeel, voor het openen iets rood gevlamd.
„Independence Day” BEES LTD. (Mme Edouard Herriot X Souv. de Gustave Prat); bloemen zeer welriekend, goudgeel met koperrood genuanceerd.
„Lyon Rose” PERNET-DUCHER (Mme Melanie Soupert X Soleil d'Or); goed gevulde tamelijk grote bloemen, rose met gele ondergrond.
