Japan; 1,5-2 m.
Synoniem-: Rh.metterníchii var. angustifólium BEAN.
Gedrongen groeiende struik, opvallend door de zeer laat uitkomende jonge twijgen en bladeren (Augustus-September), die dan viltig behaard zijn. Bladeren 7-16 cm lang, 1,5-2,5 cm breed, met iets ingerolde rand, eerst aan beide zijden viltig behaard, later bovenzijde kaal, onderzijde blijvend viltig.
Bloeit in Mei met lichtrose, iets lila getinte bloemen in losse 4-6-bloemige tuilen; bloemkroon 3,5-4 cm in diameter, 5-lobbig, aan viltig behaarde bloemstelen; vruchtbeginsel en ook de helmdraden behaard.
C. Bladeren zeer lang, of eivormig tot rondeivormig, glad; bloemen zeer groot, bloemkroon 5-8-delig, met 12-20 meeldraden;
dikwijls bloeiwijze en vruchtbeginsel beklierd.