Steenlinde Bij ons zomer- en wintergroene struiken, met enkelvoudige, overstaande, kort gesteelde bladeren. Bloemen 2-huizig, wit of groen-wit, in dichte okselstandige bundels; kelk en kroon 4-tallig; 2 meeldraden met korte helmdraden; stijl iets korter dan meeldraden; vrucht een 1-zadige bes.
De volksnaam Steenlinde heeft weinig zin, daar geen der 4 bekende soorten van dit geslacht ook maar enigszins overeenkomst met de linde heeft. Slechts 2 van onderstaande soorten worden bij ons gekweekt, namelijk P.decóra Boiss.et BAL. en P.latifólia L.. Eerstgenoemde vormt bij ons een tot 1,5 m hoge struik, soms 3 maal zo breed, met lancetvormige, gaafrandige bladeren;
laatstgenoemde vormt een hoog opgaand groeiende struik met naar verhouding bredere, gezaagde bladeren. Beide worden gewoonlijk solitair geplant. Zij verlangen een beschutte, tegen de morgenzon beschermde standplaats. Men kweekt Phillýrea van zaad, afleggers of van vroege zomerstek onder glas; ook kan men de soorten veredelen op Ligústrum ovalifólium, doch deze methode is niet aan te bevelen, daar men beter wortelechte planten kan kweken.