Z.-Europa, N.-Afrika; 3 m.
Synoniem.: Ph. vulgáris var. angustifólia CARUEL.
Opgaand groeiende struik met geheel kale grijze twijgen. Bladeren 2-5 cm lang, smal-elliptisch, naar beide zijden puntig toelopend, met gave, of bij de breedste bladeren iets getande rand, onderzijde lichtgroen, bovenzijde donkergroen, geheel kaal.
Bloeit in Juni met iets ruikende crème-witte bloemen in okselstandige bundels; bloemen 4-6 mm in diameter, met iets getande kelk en eivormige kroonlobben; vruchten 4-6 mm in diameter, bijna rond, aan de top gepunt. In Z.-Frankrijk vond ik deze soort in het wild; in groeiwijze en twijgen gelijkt deze soort veel op Ligústrum vulgáre; aan zeer oude planten zijn de bladeren zelden getand en vrij smal.