O. N.-Amerika; 10-16 m.
Synoniem: Ampelópsis quinquefólia MICHX, Vítis quinquefólia KOCH, Quinária quinquefólia KOEHNE, Psedéra vitácea GREENE.
Bij ons als wilde wijn of wingerd bekend, zeer sterk groeiend met tamelijk stevige, groen gekleurde, onbehaarde twijgen. Hechtranken sterk ontwikkeld, doch bijna zonder of zonder hechtschijven; bladeren handvormig gedeeld, gewoonlijk 5-tallig, de blaadjes 6-12 cm lang, bovenzijde een weinig glanzend frisgroen, onderzijde iets lichter, aan beide zijden onbehaard, in het najaar met mooie herfstkleur, meestal het breedst boven het midden, naar beide zijden puntig toelopend, bladrand scherp gezaagd.
Bloemen in Juli-Augustus in korte, schermvormige trossen; bessen donkerblauw, berijpt.
P. q. var. murórum REHD., Synoniem: P. radicantíssima KOEHNE. Afwijkend van de soort door rood getinte jonge twijgen en bladstelen; ranken 8-12;
de hechtschijven sterker ontwikkeld, bladstelen tot 18 cm; bladeren aan de onderzijde eerst behaard, later kaal, onderste blaadjes aan de voet afgerond;
bloemtrossen tot 10 cm lang, bessen mij onbekend.
P. q. var. engelmánnii REHD., Synoniem: P. engelmánni GRAEBN., Ampelópsis engelmánnii HORT.. Jonge twijgen in het voorjaar rood getint; hechtschijven sterk ontwikkeld, weinig ranken; blaadjes aan de top plotseling toegespitst, meestal smaller dan die van de soort, aan de onderzijde blauw-groen, in het najaar met mooie herfstkleur.
P. q. var. hirsúta PLANCH., Synoniem: Ampelópsis hirsúta DONN, Ampelópsis radicantíssima HORT.. Jonge twijgen, bladstelen en blaadjes dicht behaard;
blaadjes groter dan die van de soort, bovenzijde diepgroen getint.
P. q. var. saint-paúlii REHD., Synoniem: Ampélopsis saintpaúlii HORT.. Zeer sterk groeiend; ranken 8-12, hechtschijven sterk ontwikkeld; blaadjes groter dan die van de soort, naar de bladvoet smal toelopend, top toegespitst, bovenzijde langs de nerven behaard, onderzijde kort verspreid behaard; bloemen in tot 15 cm lange pluimen.