M.-Zeegebied; 60 cm.
Opgaand groeiende, sterk vertakte struik met grijsbruine, een weinig overhangende twijgen, eerst fijn behaard, later kaal. Bladeren en blaadjes ongesteeld, de laatste 3-tallig, 1,5-2,5 cm lang, 3-6 mm breed, bovenzijde blauw-groen, onderzijde lichtgroen, of grijs-groen getint, geheel onbehaard, omgekeerd langlancetvormig, top stomp, zelden spits, bladrand scherp gezaagd. Bloemen gesteeld, 2-3 bijeen, tot 2 cm lang, rosé of lichtrose met lichtrood gestreept;
vlag eivormig met spitse top, groter dan vleugel en kiel, deze laatste gesnaveld; kelk rood getint, behaard en diep getand; peulvrucht gesteeld, tot 2,5 cm lang, elliptisch, behaard.
De struikvormig groeiende Onónis komt bij ons zeer zelden voor en is zeer waarschijnlijk niet voldoende winterhard. Beter bekend is Onónis répens L., kruipend stalkruid, een kruidachtig gewas, dat zeer veel in de Betuwe op kleigrond, soms ook in de duinen voorkomt en in de zomer bloeit met kleine, rose bloemen.
Onónis spinósa L., gedoomd stalkruid, soms ook kattekruid genoemd, komt ook in de duinen voor, heeft gedoornde twijgen en onaangenaam riekende rose bloemen.