W.-China; 1,5 m.
Twijgen spaarzaam blijvend behaard; bladeren bijna rond, 1-2,5 cm lang, met afgeronde top en bladvoet, bovenzijde glanzend donkergroen, kaal of iets langs de hoofdnerf behaard. Bloemen zeer kort gesteeld, ongeveer 8 mm lang, met tamelijk diep ingesneden, bij het afbloeien teruggeslagen kroonlobben; meeldraden ongeveer even lang als kroonlobben.