W.-China; 2-3 m.
Zeer breed uitgroeiende struik met aan de top bruine, aanliggend behaarde, in de jeugd iets kantige twijgen.
Bladeren tot 20 cm lang, met 6-12 paar blaadjes; deze 2-4 cm lang, elliptisch of lang-elliptisch met genaaide top, bovenzijde donkergroen, eerst spaarzaam behaard, later kaal, onderzijde lichter, meer blijvend spaarzaam behaard.
Bloeit van Juli tot September in 20-40 cm lange overhangende trossen; bloemen donker-rose, met kort getande iets behaarde kelk; vlag en kiel iets zijdeachtig behaard; peulvrucht 4-6 cm lang, aanliggend behaard.
Indigófera péndula is zo genoemd naar de hangende bloemtrossen; in Engeland zag ik zeer breed uitgroeiende tot ruim 3 m hoge struiken; bij ons zeer waarschijnlijk meer als halfstruik te gebruiken met enige bedekking rond de voet der plant; een van de mooiste soorten.