N.-Zeeland; 3 m.
Synoniem: Verónica diosmifólia R.CUNN..
Bij ons een laag opgroeiend struikje met eerst behaarde, later geheel kale ronde twijgen. Bladeren 1-2 cm lang, lang-lancetvormig, gaafrandig, zeer zelden met enkele tanden, donkergroen. Bloeit Juni-Augustus met licht blauwe of licht lavendelkleurige bloemen in zeer korte, aan het einde der twijgen dicht bijeengeplaatste tuilen. Bloemen 6-8 mm in diameter, met behaarde bloemstelen; doosvrucht eivormig.