Japan; 18 m.
Synoniem: F.sieboldiána DIPP., F.stenocárpa KOIDZ., F.serratifólia HORT..
Twijgen eerst geel-bruin, later grijs-bruin, zwakkantig; bladeren tot 35 cm lang, met dikke bladvoet en iets gegroefde hoofdbladsteel, alleen bij de blaadjes iets behaard; deze laatste 12-18 cm lang, elliptisch of smal-elliptisch, met lang gespitste top, de rand onregelmatig getand, bovenzijde iets glanzend donkergroen, onderzijde lichter, min of meer glanzend, spaarzaam behaard. Bloeit eind Juni in eind- en zijdestandige pluimen, tot 15 cm lang;
vrucht tot 3 cm lang met stompe top.