Turkestan; 4 m.
Synoniem: E.albérti REG..
Sterk groeiende struik, bij ons goed winterhard, doch minder sterk bloeiend dan de vorige Exochórda’s, met rood-bruine takken en knoppen, tamelijk grote, donkergroene bladeren, in Mei bloeiend met betrekkelijk kleine, witte bloemen in tot 8 cm lange, opstaande trossen.
Bladeren aan tot 1,5 cm lange bladstelen, 4-8 cm lang, 18-24 mm breed, eivormig of omgekeerd langeivormig, met spitse of stompe top en wigvormig toelopende bladvoet, bladrand boven het midden gezaagd, soms bijna geheel gaaf, bovenzijde donkergroen, onderzijde lichter, geheel kaal.
Bloeit in Mei met zittende bloemen in 5-8-bloemige trossen; bloemen tot ruim 3 cm in diameter; meeldraden 25; vruchten tot 1,5 cm lang.
