Oostenrijkse brem Z.O.-Europa, Kaukasus; 1 m.
Opgaand groeiende struik met groene, aanliggend grijs behaarde twijgen, 3-tallige, gesteelde bladeren en heldergele bloemen in eindstandige hoofdjes aan dit jaar gegroeide twijgen. Blaadjes zeer kort gesteeld, 15-25 mm lang, 4-8 mm breed, aan beide zijden grijs aanliggend behaard, donkergroen, elliptisch of omgekeerd lancetvormig.
Bloeitijd Juli-Augustus in eindstandige hoofdjes;
bloemen heldergeel met goudgele vlag, welke aan de buitenzijde zijdeachtig behaard is, top iets uitgerand; kelk grijs behaard. Peulvruchten tot 3 cm lang, aanliggend grijs behaard, bruin getint.