Japan, Korea, China; 20 m.
Synoniem: C.brachýpoda K. KOCH, C. macrophýlla KOEHNE.
Opgaand groeiende, hoge struik of kleine boom met grijs-bruine, later meer afstaande en aan de top iets overhangende takken, een brede kroon vormend.
Bladeren kort gesteeld, stevig, 8-16 cm lang, ovaal tot eivormig-ovaal, top spits of kort toegespitst, bladvoet breed-wigvormig toelopend of afgerond, 6-9 paar zijnerven, eerst aan beide zijden behaard, later bovenzijde kaal, glanzend donkergroen, iets ruw aanvoelend, onderzijde langs nerven spaarzaam blijvend behaard, overigens kaal, blauw-groen. Bloeit Juni-Juli met crème-witte bloemen in 6-12 cm brede, tamelijk vlakke tuilen; vruchten 6-8 mm in diameter, blauw-zwart.