Gepubliceerd op 14-03-2019

Ceanóthus americánus L

betekenis & definitie

O. N.-Amerika; 1 m.

Sterke, laagblijvende struik, met rechtopgroeiende, behaarde twijgen; bladstelen 6-12 mm lang, behaard; bladeren 3-8 cm lang, bovenzijde dofgroen en kaal, onderzijde grijs-groen en behaard, aan de bladvoet 3-nervig, eivormig, bladvoet gewoonlijk afgerond, zelden hartvormig, top toegespitst. Bloeit van Juli-September met kleine witte bloemen in grote, eindstandige en rechtop staande pluimen.

< >