Bomen of hoge struiken; bladeren lancetvermig of elliptisch, zijnerven parallel lopend, bijna niet vertakt, bladrand scherp getand of gezaagd; knoppen lang-eivormig; bloemen gewoonlijk na de bladontwikkeling, de ♂ in lange, rechtopstaande katjes, de ♀ soms aan de voet der ♂ katjes, met 3 bloemen in één bloemdek, 6 stijlen. Vrucht platgedrukt, 1-3 bijeen in een stekelige vruchtkuip. De verschillende soorten kunnen door zaad worden vermeerderd; indien dit niet te verkrijgen is, ook door enten op C. satíva, evenals de variëteiten van deze soort. Ook kan men door afleggen vermeerderen, doch enten geeft de grootste zekerheid en geeft spoediger resultaten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
