Gewone haag- of steenbeuk Europa, W.-Azië, Perzië; 15-20 m.
Syn.: C. vulgáris MILL..
De gewone haagbeuk is een vrij algemeen voorkomende boom of hoge struik, welke voor velerlei doeleinden wordt aangeplant. Als vrijstaande boom is hij zeer mooi met zijn dicht vertakte, brede Kroon en gladde, donkergrijze stam, welke zelden rolrond is. Ook voor onderbeplanting wordt hij veel aangeplant, daar hij zeer goed schaduw kan verdragen; bovendien is de haagbeuk zeer geschikt voor het vormen van hagen, daar hij nog zeer goed groeit op plaatsen, waar de gewone beuk niet of slecht groeien kan en hij ook het snoeien zeer goed kan verdragen. Takken donkergrijs met vele lenticellen; jonge twijgen grijs-groen met enigszins aanliggende bruine knoppen, welke met vele knopschubbenzijn bezet; bladeren kort gesteeld, 5-8 cm lang en 3-4 cm breed, onderzijde langs de nerven blijvend behaard, lancet-vormig, bladrand dubbel gezaagd, met 10-15 paar evenwijdige zijnerven. ♀ bloemen zeer dicht staande in lange, aarvormige katjes; ♂ bloemen in slanke, walsvormige katjes; alleenstaand of enige bijeen; vrucht een eivormig, geribd nootje, 7-10 mm lang met een drielobbig enigszins getand vruchtomhulsel, dit 2,5-5 cm lang en met ver vooruit stekende, lancetvormige middenlob.
C. b. var. quercifólia DESF. Deze variëteit, welke tot een betrekkelijk flinke boom kan opgroeien, heeft zeer diep ingesneden bladeren, soms zijn zij tot op de middennerf ingesneden. C. b. var. incísa AIT., syn.: C. b. var. heterophýlla KIRCHN., C. b. var. asplenifólia HORT., groeit langzamer dan de vorige variëteit en heeft eveneens diep ingesneden bladeren. Beide variëteiten kunnen zeer sterk verlopen, zodat men zeer dikwijls ook de bladvorm der soort aan dezelfde boom kan zien.
In groeiwijze wijken af C. b. var. fastigiáta NICH. en C. b. var. columnáris SPATH; de eerste komt het meest op onze kwekerijen voor en vormt een zeer dicht vertakte, kegelvormige boom; voor de tuinarchitect een zeer waardevolle boom, doch ook geschikt voor straatbeplanting in een open bebouwing. De var. columnáris, heeft een brede, pyramidevormige kroon, deze groeit langzamer en heeft een meer afgeronde top.
C. b. var. purpúrea DIPP. groeit zeer langzaam en is alleen in het voorjaar mooi, wanneer de pas ontloken bladeren purperrood zijn getint.
C. b. var. albovariegáta C.S. heeft constant gevlekte, witbonte bladeren.
