N.-China, Siberië; 2-3 m.
Synoniem: C.altagána Pont..
Een breed uitgroeiende struik met zeer dunne, eerst zacht behaarde, later geheel kale twijgen en tot 7 cm lange bladeren met vaak tot fijne dorens vergroeide steunblaadjes. Deze zijn 3-8 mm lang, omgekeerd eivormig, top afgerond, zwak uitgerand en genaaid, eerst zacht behaard, later kaal en grijs-groen.
Bloeit Mei-Juni met heldergele, tot bijna 2 cm lange bloemen, alleenstaande of 2 bijeen, aan iets langere stelen; kelk kort getand, fijn behaard. Peulvrucht tot ruim 3 cm lang, niet geheel rond en scherp gepunt, bruin-rood.
C.m.var. megalántha C.S., de grootbloemige C. microphýlla, komt bij ons nog wel eens onder de soortnaam voor. Van deze wijkt hij af, door steviger takken, soms met kurklijsten, grotere, tot 15 mm lange bladeren en tot 3 cm lange heldergele bloemen.
Peulvruchten 3-4 cm lang, enigszins plat.
