N. O.-Azië; 4-6 m.
Synoniem: A. heterophýlla var. amurénsis PLANCH., Vítis brevipedunculáta DIPP..
Op onze kwekerijen voorkomend als Vítis heterophýlla, soms als Ampelópsis heterophýlla; minder sterk groeiend dan de vorige soort en kenbaar aan de behaarde twijgen, bladstelen en bladeren. Twijgen kantig, ranken sterk ontwikkeld; bladeren 6-12 cm lang, bovenzijde enigszins glanzend donkergroen, eerst kort spaarzaam behaard, later kaal, onderzijde blijvend behaard, gewoonlijk 3-lobbig en de lobben boven het midden, sterk afstaand ; bloeit Juli-Augustus met korte, schermvormige trossen; bessen licht paars-blauw.
A. b. var. maximowíczii REHD., Synoniem: A. heterophýlla SIEB. et Zucc., Vítis heterophýlla var. humulifólia HOOK. F.. O.-Azië. Van deze variëteit zijn de twijgen, bladstelen en bladeren bijna kaal, alleen bij jeugdige bladeren langs de nerven en zeer sporadisch op de bovenzijde behaard. Bladstelen dun ; bladeren zeer verschillend van vorm, soms bijna enkelvoudig en ongelobd, ook 3-lobbig, de insnijdingen soms tot dicht bij de hoofdnerf, bladrand groot getand; bloemen weinige bijeen in zeer korte schermen.
A. b. var. élegans REHD., Synoniem: A. heterophýlla var. trícolor HORT., A. heterophýlla var. élegans Voss. Een sierlijke, bontbladige variëteit, welke echter door goede teeltkeus constant moet worden gehouden.
Bladeren zeer klein, wit, rosé en groen getint, aan beide zijden behaard, diep 3-5-lobbig; de sterkst groeiende twijgen gewoonlijk met geheel groene bladeren, deze zijn dan groter en bovenzijde dofgroen en kaal, onderzijde iets glanzend heldergroen en behaard. Zijn de bladeren bont, dan zijn ook de twijgen wit met rosé getint, overigens groen; vruchtjes afwisselend wit, rood of blauw.
A. b. var. citrulloídes REHD., Synoniem: A. heterophýlla var. citrulloídes HORT.. Bladvorm zeer ongelijk, soms als de soort 3-lobbig, gewoonlijk zeer diep 5-lobbig. de lobben weder gelobd of ingesneden, zeer veel op onderstaande soort gelijkend.