O.N.-Amerika, Canada; 10-15 m.
Synoniem: A.canadénsis var. botryápium TORR. et GRAY.
Kleine boom vormend met opgaand groeiende takken; aan jonge stammen en dikke takken de schors grijs-bruin, gestreept; jonge twijgen aan de top behaard, evenals de spitse knoppen, later geheel kaal. Bladeren meestal ovaal, 4-10 cm lang, met spitse top en hartvormige, zelden afgeronde, bladvoet, rand scherp gezaagd, eerst aan beide zijden behaard, de onderzijde tamelijk dicht, later bovenzijde kaal, glanzend donkergroen, onderzijde zeer lang iets behaard blijvend, grijs-groen.
Bloeit gelijk met of even vóór de bladontwikkeling; bloemen wit, iets ruikend, in iets overhangende tuilen; kroonbladen zeer smal;
vruchtbeginsel soms aan de top zwak behaard; vruchten 6-8 mm in diameter, donkerpurper, met afstaande kelkslippen, zeer vroeg afvallend.
Amelánchier arbórea, de „Downy serviceberry”, heeft een zeer groot verspreidingsgebied, van Z.-Ontario en Z.-Quebec tot Florida, voornamelijk op de hogere gronden; van voorgaande soort wijkt zij af, door dichtere beharing aan de onderzijde der bladeren, meer hangende bloemtrossen, iets lichter gekleurde, vroeger afvallende vruchten, met afstaande inplaats van opstaande kelkslippen.