Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

Gepubliceerd op 25-01-2021

contemporain

betekenis & definitie

hedendaags, uit dezelfde tijd

uitspraak
[kon-tâ(m)-po-rè(n)] of [kon-tem-po-rè(n)]

citaat
"Na afloop van de wereldpremière donderdag tijdens de Salzburger Festspiele was er luid applaus en voor Adès (...) een bulderovatie. Zeer verdiend: zijn derde opera is een meesterwerk. Veel beter dan andere contemporaine operacomponisten kan hij arrogantie, verlangen, wanhoop en paniek in zanglijnen vatten, en de nodige humor treffend timen bovendien."
Bron: woordfeit
Contemporain is een Frans leenwoord, dat teruggaat op het Latijnse contemporaneus ('gelijktijdig, in dezelfde tijd'). Daarin zitten het woord tempus 'tijd' en het voorvoegsel con- 'samen'.
Afhankelijk van de context heeft contemporain de betekenis 'hedendaags', 'gelijktijdig' of 'in/uit dezelfde tijd'. In 'Rembrandt werd al bewonderd door contemporaine kunstenaars' zijn bijvoorbeeld de kunstenaars uit dezelfde tijd als Rembrandt bedoeld.
Daarnaast komt contemporain als zelfstandig naamwoord voor, in de betekenis 'tijdgenoot'.

< >