(Wam), Ned. publicist, *28.4.1936 Zevenaar. De Moor studeerde Ned. taal en letteren aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen.
Van 1959-72 doceerde hij Nederlands in Deventer. Daarna werkte hij tot 1978 mee aan de opbouw van de Nieuwe Lerarenopleiding Gelderse Leergangen. Sinds 1978 is hij wetenschappelijk medewerker voor litteratuurdidactiek te Nijmegen. Tevens is hij beheerder van het J.van Oudshoorn Archief (sinds 1969). De Moor verrichtte journalistieke en litterair-kritische arbeid voor De Gelderlander (1957-64) en De Tijd (vanaf 1969). Naast oorspronkelijk werk publiceert hij over o.a. J.van Oudshoorn en de jongste generaties in de Ned. letterkunde. Werken: over Van Oudshoorn: Het onuitsprekelijke (1968), Verzamelde novellen en schetsen (1968), Bezwaarlijk verblijf (1969), Verzamelde romans (1974), Over Willem Mertens’ levensspiegel van J. van Oudshoorn (1979), Van Oudshoorn: biografie van de ambtenaar-schrijver J.K.Feijlbrief (2 dln. 1982); andere publikaties: Meester en leerling (1978), Koolhaas onder de mensen (1979), Wilt u mij maar volgen? (1980), Het gevederde gevoel (1980). Afb.p.394.
