(AROB) , Ned. wet uit 1975, Stb. 284, die regels bevat betreffende het beroep op de Raad van State tegen overheidsbeschikkingen. Volgens deze wet hoort tot de overheid: ieder persoon en ieder college met enig openbaar gezag binnen Nederland, met als belangrijkste uitzonderingen: de wetgevende macht, de Kamers van de Staten-Generaal, de Algemene Rekenkamer, de stembureaus, de rechterlijke macht.
Verder regelt de Wet AROB het administratief beroep van de centrale en de lagere overheden. De wet geeft een opsomming van de beroepsgronden. Beroep is mogelijk:1. als de beschikking in strijd is met een algemeen verbindend voorschrift;
2. als de bevoegdheid tot het geven van een beschikking kennelijk gebruikt is met een ander doel dan waartoe die bevoegdheid is verleend;
3. als er sprake is geweest van kennelijk onredelijke afweging van belangen;
4. als de beschikking in strijd is met enig in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur.
Een belangrijke vernieuwing was dat de beroepsmogelijkheid werd uitgebreid tot de lagere overheden.
