Gepubliceerd op 17-01-2021

Verenigde staten van amerika

betekenis & definitie

(United States of America), afk.: VS, federale republiek (50 staten) in Noord-Amerika, 9371786 km2 (ca. 2 % water), 221,9 mln. inw. Hoofdstad: Washington (District of Columbia).

ECONOMIE Hoewel de landbouwsector maar betrekking heeft op 3,6 % van de tewerkstelling en 3 % van het B N P zijn de VS samen met de USSR nog steeds de grootste landbouwproducent in de wereld. In 1979 waren de VS de grootste wereldproducent van o.a. maïs (187,7 mln. t), citrusvruchten (13,8 mln. t) en katoenvezels (3,2 mln. t) en op één na de grootste van tarwe (57,5 mln. t) en ananas (700000 t). Ze hadden de op twee na grootste rundveestapel (111 mln. stuks) en varkensstapel (60 mln. stuks), waren tevens de grootste wereldproducent van kaas (2 mln. t) en op één na de grootste van melk (56 mln. t) en varkensvlees (7 mln. t). Met een houtproduktie van 338 mln. m3 bekleedden ze de tweede plaats op de wereldranglijst. De totale visvangst (3,7 mln. t) bezorgde hun een zesde plaats.

De VS waren in 1979 de grootste energieproducent en -verbruiker, maar het energieprobleem was er groter dan ooit. De overheid tracht — voorlopig zonder resultaat het land minder afhankelijk te maken van de OPEC-Ianden. De aanvoer van aardolie uit Alaska heeft aan deze situatie weinig veranderd. In 1979 bedroeg de aardolieproduktie 479 mln. t (14,7 % van de wereldproductie; derde producent in de wereld), tegenover 533,6 mln. t in 1970, toen de VS nog de grootste wereldproducent waren. De produktie van de overige energiebronnen daalt eveneens; dit geldt m.n. voor steenkool (593,2 mln. t; eerste wereldproducent) en aardgas (550 mrd. m3; eerste wereldproducent). Zowel de capaciteit van de kerncentrales (52400 MW eind 1978, verdeeld over 74 eenheden) als de aardolieraffinagecapaciteit (22,3 % van het wereldtotaal) waren de grootste in de wereld.

POLITIEK De strijd om het presidentschap in 1980 ging bij de Democraten tussen J.Carter en E.Kennedy, terwijl bij de Republikeinen R.→ Reagan geen noemenswaardige concurrentie had. Reagan kreeg 51 % van de stemmen bij de presidentsverkiezingen in nov. 1980,10 % meer dan Carter. De Republican Party haalde eveneens de meerderheid in de Senaat. Op 20.1.1981 werd Reagan beëdigd als president van de VS.

De verwachtingen dat er met Reagan een algemene ‘hardere’ lijn in de Amerikaanse politiek zou komen, was niet vreemd aan de grotere bereidheid die de machthebbers in Iran in de laatste weken vóór die datum hadden betoond om een einde te maken aan het gijzelingsdrama in Teheran. Daar werden sinds begin nov. 1979 52 leden van het Amerikaanse ambassadepersoneel vastgehouden als onderpand voor de inwilliging van een aantal eisen van Iran, die aanvankelijk vooral de uitlevering van de sjah behelsden en een soort schuldbelijdenis van de VS betreffende hun aandeel in wat de misdaden van de sjah werden genoemd. Toen de sjah in Cairo overleden was en de VS wat de schuldverklaring betrof onverzettelijk bleken, was het volle gewicht van de Iraanse eisen geleidelijk verschoven naar het financiële vlak: het vrijmaken van de geblokkeerde Iraanse tegoeden in Amerika, de teruggave van de bezittingen van de sjah, het afzien van alle eisen tot schadevergoeding van in Iran genationaliseerde Amerikaanse bezittingen. Na 444 dagen kwamen de gijzelaars vrij op dezelfde dag waarop Reagan Carter opvolgde. In zijn eerste persconferentie na zijn ambtsaanvaarding verklaarde Reagan dat tijdens zijn bewind de economie de hoogste prioriteit zal krijgen. In een poging de NAVo-bondgenoten gerust te stellen, zei hij dat de VS hun veiligheidsverplichtingen zullen blijven nakomen.

Hij maakte duidelijk dat hij een verband zal leggen tussen de bewapeningsbesprekingen met de USSR en het sovjetbeleid ten aanzien van Polen en andere landen. Al tijdens de verkiezingscampagne had Reagan aangekondigd dat hij als president de onderhandelingen met de Russen over SALT-2 ZOU heropenen. Op 18.2.1981 presenteerde Reagan zijn economische programma tijdens een gezamenlijke zitting van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Dit economisch herstelprogramma beoogt eliminering van de inflatie, verhoging van de produktiviteit en het scheppen van 3 mln. arbeidsplaatsen. De werkloosheid moet worden teruggebracht van 7,8 % in 1981 tot 5,6 % in 1986. Reagans plan behelst belastingverlagingen, grote bezuiniging op de overheidsuitgaven, vermindering van de overheidsbemoeiing en verhoging van de militaire uitgaven.

De Amerikaanse defensieuitgaven gaan de komende jaren in versneld tempo omhoog. Het plan van Reagan beoogt een stijging tot 1986 met $ 169,5 mrd. Het aandeel van de defensie op de totale begroting stijgt van 24,1 % in 1981 tot 32,4 % in 1984. De bezuinigingsvoorstellen betekenen een vermindering van de ontwikkelingshulp, die met 26 % ($ 1,85 mrd.) wordt ingekrompen tot $ 5,3 mrd. Reagan wil binnen twee jaar ten minste twee derde gaan besparen op de uitgaven voor ontwikkeling van alternatieve energiebronnen en de door Carter aangezwengelde energiebesparingsprogramma’s. Zijn beleid is gestoeld op de overtuiging dat hogere energieprijzen, veroorzaakt door het vrije marktmechanisme, de consument er eerder toe zullen bewegen te gaan besparen dan allerlei regeringsprogramma’s.

Op 30.3.1981 werd een aanslag op president Reagan gepleegd. Hij werd door een kogel in zijn linkerlong getroffen. De president herstelde zich verrassend snel. De moordaanslag heeft de Amerikanen diep geschokt, en opnieuw voedsel gegeven aan de felle discussie over de noodzaak van scherpere controle op de handel in en het bezit van vuurwapens in de VS. President Reagan heeft zich uitgesproken tegen sanctiemaatregelen op het bezit van vuurwapens. Begin mei 1981 hebben het Huis van Afgevaardigden en de Senaat met grote meerderheid een eerste ontwerp voor de begroting van 1982 goedgekeurd. Het was een grote politieke triomf voor president Reagan.

< >