vegetatietype dat voorkomt in een tropisch klimaat met een constant hoge temperatuur en een overvloedige neerslag ( → regenbos). Tropische regenbossen herbergen een zeer grote hoeveelheid planten en dieren van zeer veel verschillende soorten.
Nog lang niet alle soorten zijn ontdekt. Deze grote biologische rijkdom wordt bedreigd door houtexploitatie en ontginning. Het bestaande areaal is al vergaand versnipperd en het karakter van het tropische regenbos is al op vele plaatsen onherstelbaar veranderd.De ontbossing in de tropen staat de laatste jaren sterk in de belangstelling, maar geen van de vaak genoemde cijfers is te bewijzen. Een ruwe schatting is dat jaarlijks ca. 5 mln. ha (d.i. 1,5 x het oppervlak van Nederland) verdwijnt en dat 15 mln. ha degradeert. Uit het bos komt per jaar vermoedelijk 1 mrd. m3 hout vrij, waarvan ca. 300 mln. m3 spoorloos verdwijnt (rot weg of verbrandt bij het kappen e.d.); de wel te traceren 700 mln. m3 wordt voor 6 % geëxporteerd en voor 34 % ter plaatse gebruikt als werkhout; het grootste deel (60 %) dient als brandhout voor de lokale bevolking. Men werkt aan een bosinventarisatie om betere cijfers te verkrijgen.
De oorzaken van de ontbossing van het tropische regenbos zijn ingewikkeld. Het proces verloopt in het ene land ook sneller dan het andere en nooit op dezelfde wijze. Hieronder volgt een vereenvoudigd voorbeeld van een ontbossingsproces. Rond een stad in het oerwoud raakt op een gegeven moment het brandhout op, zodat de bevolking voor de voedselbereiding petroleumfornuisjes moet gaan gebruiken. De behoefte aan deze brandstof leidt tot het zoeken naar aardolie in het oerwoud; daarvoor legt men een weg aan, die bekostigd wordt uit de houtopbrengsten. De zo op gang gebrachte houtexploitatie vormt een bron van inkomsten voor een deel van de bevolking, die daarmee doorgaat ook nadat de weg is voltooid. Op den duur trekken arme boeren naar het opengelegde gebied en ontginnen het. De boeren vinden in de stad een markt voor hun goederen en nemen grotere akkers in bewerking en gaan over op intensievere landbouwmethoden. De toch al niet erg vruchtbare grond raakt snel uitgeput en de akkers worden dan ook na betrekkelijk korte tijd verlaten. In het gunstigste geval ontwikkelt zich daar dan een armelijk secundair bos, maar het oorspronkelijke tropische regenwoud zal zich nooit meer herstellen.