[<Eng.], o., systeem voor het herstellen van wegdekken.
© Bij het repaven wordt door één machine het te bewerken asfalt (dat b.v. stuk gereden, ongelijk of te glad was) verwarmd en losgemaakt; het aanwezige, nog bruikbare materiaal wordt geëgaliseerd en een nieuwe afdeklaag wordt toegevoegd. Al deze bewerkingen geschieden in één arbeidsgang. De gebruikte machine, de repaver, heeft in tegenstelling tot andere asfalteermachines geen rupsbanden maar grote luchtbanden, waardoor een grotere snelheid mogelijk is (van belang voor korte tussentijdse verplaatsingen). Door de langzaam voorwaarts rijdende repaver worden achtereenvolgens de volgende bewerkingen verricht (afb.): eerst wordt het wegdek door infraroodstralers verwarmd, zodanig dat het asfalt tot ca. 1,5 cm onder het diepste spoor kan worden losgewoeld. Hierna wordt het asfalt met speciale vaste messen losgemaakt en daarna door een horizontale transportschroef geëgaliseerd. Dan volgt een naverhitting van het geëgaliseerde asfalt om het op dezelfde temperatuur te brengen als de nieuwe deklaag die direct daarna opgebracht wordt. Door een losse wals wordt dan het rijbaanoppervlak verdicht.